vrijdag 7 augustus 2009

Mia in de startblokken

Mia Doornaert laat er geen gras over groeien, vandaag al lees je van de medewerkster van Minister van Buitenlandse Zaken Yves Leterme, een eerste column in De Standaard over de dreigende islamisering van Europa.
Mia barones Doornaert heeft een missie en ze zal, ook nu ze beleidsmedewerker is op Buitenlandse Zaken, geen kans laten voorbijgaan om die te volbrengen... Via alle kanalen, die tot haar beschikking staan. Meer dan ooit te voren zou ik zeggen, want ze heeft nu veel invloedrijker wegen om haar kruistocht te volbrengen dan de krant waar ze haar hele leven heeft gewerkt als buitenlandverslaggever.

woensdag 5 augustus 2009

Het is zomer en het suddert

Als gepensioneerd journalist blijf je altijd journalist, ook al ben je niet meer zelf actief binnen een redactie.
De buitenlandse verslaggeving van onze Nationale Omroep blijft een lamentabel vertoon, dat mij danig op de zenuwen werkt. Vooral in deze zomerweken valt dat weer eens extra op. Dat merk je pas als je eens kijkt naar BBC World of Al Jazeera.
Twee dagen geleden bracht die laatste zender in zijn avondnieuws vanuit Londen een uitgebreide lectuur van de beelden rond de aanstelling van Ahmadinejad in Teheran, met commentaar van de in Washington wonende Iraanse Azar Nafisi, schrijfster, beelden die zeer verhelderend waren. In dezelfde uitzending zat een uitgebreid item over de Boko Haram groep, moslims in Noordelijk Nigeria, die niet-moslims aanvallen en waarvan de leider gevangen werd en gedood door regeringstroepen, met specialisten in de studio en, alweer life uit de States.
Nog een uitgebreid item over het driedaagse congres van Fatah in Betlehem op de Westelijke Jordaanoever en vooral over het feit dat Hamas in Gazah de Fatahleiders daar geen toestemming gaf om het congres bij te wonen.
Het kost moeite om zo iets in elkaar te steken, een adressenboekje ook. Of is men in de onmogelijkheid om zo'n tussenkomst in een andere taal van een vertaling te voorzien? Je zou het denken als je soms wat je hoort, vergelijkt met wat je in onderschriften ziet in àlle VRT-programma's. Ook dat is werkelijk ver beneden peil.

Over drie eerder genoemde items bijvoorbeeld nauwelijks iets of helemaal niets in het journaal op Eén of op Terzake op hetzelfde moment. Gelukkig was er bij De Morgen nog die ouwe Frank Schlömer om te berichten over het congres in Betlehem...
Met enig geluk krijgen we volgende zomer over een van die items een achtergrondreportage, die deze zomer werd gedraaid door een buitenlandse zenders, keurig ingeleid door Rudi Vranckx of Kathleen Cools, alsof die niet tot méér in staat zijn...
De wereld draait door en de nieuwsdienst van de VRT suddert op het allerlaagste vakantiepitje. We krijgen uitgebreide verslagen over de toeristische bezetting van de kust, over ongelukken en files op de autosnelwegen, over een brand in het station van Herentals. En Lisbeth Imbo schittert als een soort Dolce Vita madame in een fontein op de cover van Humo. Het is lang geleden dat Menzo haar betitelde met "Lisbeth Imbo anything but a bimbo". Ze doet hard haar best om wel bimbo te zijn.

Sudder verder, Vlaanderen. De wereld is blijkbaar maar een zakdoek groot en actualiteit is iets wat je ook nog een jaar later kunt laten zien...

Aan de kant van de geschreven pers meldde de algemeen hoofdredacteur van de VUM-kranten dat Mia, barones Doornaert beleidsmedewerker wordt bij minister van buitenlandse zaken Yves Leterme, maar dat ze - gelukkig maar volgens hem voor zijn krant en voor ons lezers - haar scherpe pen zal blijven lenen aan De Standaard.
Even gekeken op de website van de Vlaamse Vereniging voor Journalisten. Maar daar was hierop geen reactie te bespeuren. In juli ligt die beroepsorganisatie blijkbaar plat. Ook van de collega's van andere kranten of opiniebladen geen woord van protest, men signaleerde het feit, punt. Ongeveer de helft van de lezersreacties op De Standaard Online, was wél negatief en bij wijlen erg scherp.

Hallo! Dit is de mevrouw die barones werd omdat ze als voorzitter van de Internationale Vereniging voor Journalisten ooit op de bres stond voor de persvrijheid. En nu gaat ze dus uit twee ruiven eten. Plots lijkt de journalistieke ideologie een vodje waar men zijn gat aan veegt. En dat laat het hele journaille zo maar passeren?
Hoe kan iemand die totaal verweven is met de beleidsvoering en met internationale politiek, die medewerkster is van een minister, ooit nog over een politiek feit (buiten- of binnenlands) kritisch commentaar geven? Of gaat ze voortaan alleen luxehotels recenseren in De Standaard Magazine?
Ik neem aan dat de portretten van Jaap de Hoop Scheffer en van Anders Fogh Rasmussen al geschreven waren voor de bekendmaking van haar overstap, maar een hoofdredacteur die zijn vak respecteert had ze toch niet meer laten verschijnen na het bekend worden van Mia's professionele verknochtheid aan de Belgische minister van buitenlandse zaken.

Indymedia was het enige medium dat wél kritiek had op de dubbele verbintenis van mevrouw Doornaert. Het zegt iets over de sudderende toestand van de Vlaamse media.

donderdag 2 juli 2009

RESPECT, DAT IS WAT ZE VRAGEN

Onderstaande post heb ik op donderdag 2 juli als opiniestuk naar De Morgen en De Standaard gestuurd. Geen van beide redacties vond het blijkbaar het publiceren waard.


Een lawine van opinies volgde op het hoofddoekenverbod in het KA Antwerpen en Hoboken.
Laat ik vooraf stellen dat ik veel respect heb voor Karine Heremans, die vele jaren lang geijverd heeft om haar zeer diverse school op niveau te houden, om de deuren open te gooien.
Laat ik stellen dat ik begrip heb voor haar roep om een algemeen beleid voor scholen, als het over het dragen van religieuze symbolen gaat.
Maar laat dat algemeen beleid – als het er ooit zou komen – geen zijn van een algemeen verbod. Dat is de gemakkelijkheidsoplossing.
De uitspraak van de directrice van het Atheneum Hoboken “dat het verbod werd ingesteld voor het eigen goed van de meisjes” klonk erg bevoogdend. Haast even bevoogdend als de dwaze uitspraken van Nordine Taouil, de iman die altijd het publieke forum weet te bezetten, maar die wel geweerd werd na een onderzoek van de Staatsveiligheid als lid van de moslimexuctieve. Hoe groot is de achterban van deze potsierlijke man? Met welk recht eigent hij zich de interreligieuze dialoog toe vanuit de Vlaamse moslimwereld?
Het probleem na meer dan veertig jaar migratie uit de Maghreblanden en Turkije, is dat wij die gemeenschappen niet kennen. Een Belgisch-Turks journalist die ik vorig jaar interviewde stuurde dat verwijt ook naar onze politici. Ze blijven werken met de traditionele migrantenverenigingen die instituten op zich zijn geworden. Instituten waar mensen zich vastklampen aan jobs en er alle belang bij hebben om het status quo in stand te houden . Een beetje een variant van de pastoors in het oude Vlaanderen : houden jullie ze arm, wij zullen ze dom houden.
Ondertussen is er de tweede en de derde generatie, moslims in Vlaanderen. En ja, steeds meer zijn er in die generaties jonge mannen en vooral vrouwen, want die zijn het mondigst en het meest aanwezig op het publieke forum, die zich in de eerste plaats definiëren als “moslim” of “moslima”. Die te allen prijze vasthouden aan de uiterlijke symbolen, waarvan de hoofddoek het meest in het oog sprngende is.
Het verbaast me niet, al verdriet het mij, dat jonge vrouwen die universitaire studies deden, die een academische loopbaan hebben of zelfs voor een grote werkgeversorganisatie werken, zich in de eerste plaats willen omschrijven als moslima, dat dit voor hen het wezenlijkste van hun identiteit is.
Om dat meteen te relativeren : ik zat in de jaren zestig op een katholieke school en daar werden wij ook doordrongen door priesters en nonnen van de “christelijke spiritualiteit” die ons tijdelijk deed zweven. Niet iedereen is dat stadium ontgroeid of bekijkt het als volwassen mens met kritische afstand. Hoevelen van ons hebben met een Alles voor Vlaanderen-Vlaanderen voor Kristus vlaggetje aan hun fiets gereden, zonder tenvolle te beseffen wat dat betekende? In dat soort Vlaanderen hadden vrouwen ook geen gelijke rechten, vraag dat maar eens aan Filip De Winter en zijn voorgangers.

Waarom leggen vooral Marokkaanse twintigers zo’n nadruk op dat moslim of moslima zijn, omdat precies dat belangrijke stuk van hun identiteit door ons meer en meer wordt ontkend. Omdat de angst regeert. We willen het liever niet weten. Moslim maar niet in onze eigen kring, niet in het openbaar. Nog niet zo lang geleden hoorde ik een directrice van een stedelijke school luidop zeggen, dat ze maar tevreden zal zijn als al de migrantenkinderen op haar school het vak niet-confessionele zedenleer zouden volgen. Hoe groot kan de afwijzing zijn? Verdoken dan, want dat zal ze natuurlijk nooit vertellen aan de ouders van de kinderen op haar school.
Als vrijzinnige, zou ik het zeer toejuichen indien in onze scholen, in àlle scholen, niet het vak godsdienst of NCZ zou worden gegeven, maar filosofie en een kennismaking met àlle in ons land aanwezig religieuze stromingen en denkrichtingen. Misschien zouden we dan jonge mensen opvoeden die wat minder vreemd voor elkaar zijn, laat de discussie tussen de hoofddoeken, de kruisjes, de keppeltjes en de fakkeltjes maar losbarsten.

Is het een toeval dat in het Vlaamse Parlement bij de laatste verkiezingen Belgen van een andere afkomst zijn verkozen die niet, zoals al te vaak voorheen, token-allochtonen zijn?
Intellectuelen, in het Brusselse parlement zelfs één met hoofddoek. Wat dan ook de nodige commotie veroorzaakte. Ik hoop dat ze op alle maatschappelijke domeinen flink van zich zullen laten horen, en dat ze zich niet in het al te bekende hoekje laten drummen.
De traditionele vertegenwoordigers van de migrantengemeenschappen, vooral dan in de Marokkaanse, hebben het niet zo begrepen op hun intellectuelen en de Vlaamse kant zet hen op een verhoogje, zodat ze van beide kanten geneutraliseerd worden. Veli Yüksel, Yamila Idrissi en de anderen zijn Belgische burgers, die zoals andere parlementariërs willen actief zijn in het uitbouwen van een nieuw divers Vlaanderen, al komt in het Vlaanderen in Actieplan van Kris Peeters, het woord diversiteit nauwelijks voor. Daar ligt dus zeker een taak voor hen.

Eén van de sleutels voor een geslaagde maatschappelijke integratie en voor een stabiel professioneel leven blijkt het hebben van Vlaamse vrienden te zijn. Maar om vrienden te kunnen zijn moet je elkaar leren kennen en leren respecteren. Vriendschap is wederzijds en brengt mensen op een gelijk niveau. Uit een recent onderzoek van de Koning Boudewijnstichting, waarbij 15 vrouwen van diverse afkomst betrokken waren, dus niet alleen Maghrebijnse of Turkse moslims, klinkt één belangrijke kreet : een vraag om respect.
Wij zijn nieuwe Belgen, maar we hebben een andere achtergrond dan jullie, onze moedertaal is verschillend van die van de meeste Belgen, maar we spreken en schrijven Nederlands, we leven en werken met en tussen jullie. Erken onze diversiteit als een rijkdom, niet als een tekort. Respecteer onze thuisculturen, respecteer onze godsdienst . Deze vrouwen weten zich perfect in twee werelden te bewegen, ze kennen meer dan één maatschappelijke code. Maar wie hun roots wil onderspitten, creëert onvermijdelijk verzet en opstandigheid.
Dat is de fase waarin een groot deel van de migrantengemeenschap zich nu bevindt, door ze nog verder in de hoek te drijven, roepen we alleen meer verzet op.
We willen de vrouwen bevrijden van de onderdrukking van de patriarchen in hun gemeenschap door hen te bevoogden met onze regels, vanuit onze angst. Zelfs vanuit de georganiseerde vrijzinigheid. Een algemeen hoofddoekenverbod op school is inderdaad niet het einde van de wereld, maar het is wel een krachtig symbool van bevoogding net zo goed als een verplichting dat is.
De vrouwen die ik ken en die een hoofddoek dragen, zijn allesbehalve onderdanige doetjes. Wie met hen werkt en discussieert, geeft zich daar al snel rekenschap van. Net als hun studerende en intellectuele zusters zonder hoofddoek zijn zij rolmodellen in hun gemeenschap, degenen die iets doen bewegen. Sommigen zijn nog erg jong en dus ook in hun vroomheid soms vurig op het kwezelachtige af. Maar ze werken nauw en respectvol samen met hun zusters die geen hoofddoek (meer) dragen.
Spreek met hen in plaats van over hen, luister naar hen. Geef ze tijd en ruimte. Zij hebben veel meer te vertellen over hun gemeenschap en kunnen veel meer betekenen voor de toekomst ervan dan om het even welke imman. Daarom zou het bijzonder dom zijn om ze in de hoek van het zelfbeklag te drijven.

dinsdag 23 juni 2009

Benno en Karel

Op de blog van Knack lees ik over het heimwee van Benno Barnard naar "de oude burgerlijke cultuur toen iedereen nog piano speelde..." Zijn wereld waarin hij gevormd werd door "de klassieke cultuur, de Bijbel, de humanisten, de verlichting, de 19de eeuw, Apollinaire, Kafka en Auden." Een wereld die volgens hem volledig is verdwenen.
Nu worden onze geesten volgens hem gekoppeld aan "onbegrijpelijke machines", waarmee hij allicht computers bedoelt.

Ik ben van dezelfde generatie als Benno Barnard, maar wij zijn duidelijk in een totaal andere wereld opgegroeid.
Benno Barnard lijkt niet te beseffen dat maar weinigen in de jaren vijftig, en zelfs nu nog, vanzelfsprekende toegang hadden en hebben tot de schatkamer van kennis en cultuur die voor hem zo vertrouwd is.
Hij lijkt ook niet te beseffen dat de "onbegrijpelijke machine" voor heel veel mensen het middel bij uitstek is geworden om wel die rijkdommen te ontsluiten, op zeer zelfstandige en persoonlijke wijze. Een mens verkent via het internet de virtuele wereld, zoals hij dwaalt door een onbekende stad. En hij of zij leert van de reizen die hij maakt. Een ander soort leren dan het schoolse leren, weliswaar.
Daardoor zijn velen nu veel mondiger dan in de nostalgische burgerlijke tijd van Barnard.
Zelfs soms of zelfs vaak als ze een hoofddoek dragen en vijf keer per dag bidden. Ze passen niet meer in het klassieke, veilige patroon van mensen als de dichter, die raken daardoor gedesoriënteerd.

Begrijpelijk dat Benno Barnard tegen de verkeerde vijanden vecht en blijft vechten. Niet de mollahs zijn de grootste bedreiging voor onze westerse cultuur, wel opnieuw de mogols van de multinationals.Degenen die zich, zoals Benno Barnard, niet kunnen inbeelden dat niet alles vanzelfsprekend is op deze wereld. Degenen die, doordat hun loon een obsceen veelvoud is van het doorsnee loon van hun werknemers, nog steeds niet beseffen wat deze economische crisis echt betekent: verarming, materieel en bijgevolg ook opnieuw geestelijk. Voor hen scheelt het een schijntje, voor wie onderaan de ladder zit vaak bijna alles. Voor de generatie van mijn vader en zijn vader zou dat niets nieuws zijn. De generatie van Benno Barnard is welhaast vergeten hoe scheef de verhouding tussen haves en have-nots kan zijn. En de comfortabele klasse waaruit de dichter stamt, heeft het nooit aan den lijve ondervonden.

Alles wat ànders is dan wat ze kennen, wat niet tot hun burgerlijke leefwereld behoort, zien ze als een bedreiging voor hun eigen materiële en geestelijke comfort. Hoogstens mag het exotiek zijn, bestaansrecht krijgt het andere nooit in hun ogen. Ze kunnen zich niet inbeelden of willen zich niet realiseren dat god vaak het machtigst is waar de armoede het schrijnendst is. Daar is god niet het abstracte begrip uit de Bijbel of de Koran, maar wel de geestelijke, de ondersteunende gemeenschap, de liefdadigheidsinstelling die het bestaan wat lichter maken.

Het bevechten van armoede en ongelijkheid, het onderwijzen, het economisch zelfstandig en mondig maken van mensen zijn veel krachtiger middelen om valse almacht te bestrijden, dan het schimpen op en het in de hoek drijven van wie zich al uitgesloten voelt.

Iemand die dat wel begreep was Karel Van Miert, van wie het overlijden vandaag bekend werd. Een boerenzoon uit een groot gezin, die niet alles op een presenteerblaadje kreeg aangereikt in zijn leven. Maar die op eigen kracht en met vechten alles heeft veroverd wat Barnard zo vanzelfsprekend vindt.
Daarom aarzelde Van Miert niet om multinationals streng tot de orde te roepen als Europees Commissaris, daarom zweeg hij ook niet toen zijn actieve loonbaan voorbij was, en hij al lang de actieve politiek had verlaten. Wanneer Van Miert sprak was dat met een grote helderheid, en met passie. Hij had geen retoriek en bombarie nodig om de échte problemen te duiden. Hij bouwde op en zocht niet de controverse om de controverse.
Van Miert had niet de behoefte om alles eenvoudiger te maken dan het is, alles naar makkelijke soundbites te vertalen zoals de populisten dat tegenwoordig doen, en toch luisterden "de mensen" naar hem, omdat ze wisten dat hij één van hen was. Omdat ze respect hebben voor wie opklimt in de politiek en in de economische hiërarchie en toch zijn afkomst niet verloochent, ze integendeel meeneemt in zijn broekzakken waar ze ook aan belangrijke en invloedrijke vergader- en bestuurstafels blijft bijten. Karel Van Miert wist hoe de wereld en het leven in elkaar zitten, hij had er alle kanten van gezien.

Mensen als hij zijn zeer zeldzaam.

dinsdag 26 mei 2009

Rouw en angst om de krant

De windstilte op deze blog is te verklaren door onze trouwdag, een regenloze dag in een zeer regenachtige week. Het gevoel van met z'n tweeën op een wolk te zitten, omringd door de warmte van familie en vrienden.
Daarna een weekje in de Périgord Pourpre met vrienden die daar in een onooglijk dorp een imposant 18-de eeuws huis hebben. En wat hebben we daar gedaan : heel veel niks, een beetje in de tuin bezig geweest, kersen geplukt, confituur gemaakt, gelezen, lekker gegeten en gedronken. Geef toe : een "lune de miel au temps des cerises" in Frankrijk, kan het nog mooier voor verliefden op leeftijd?

Ondertussen woedde in de Vlaamse pers de zoveelste De Morgen storm. Gisteren een paar blogs gelezen van net ontslagen en al langer verdwenen jonge journalisten van die redactie. En vanmorgen het plichtstuk van Brecht De Caestecker : een interview met grote baas Van Thillo. Iedereen weet dat de pers het alweer moeilijk heeft, wat Van Thillo zegt over de dalende reclame-inkomsten is natuurlijk de harde realiteit.
Het leek erg op zout in de wonde wrijven, maar daar zal BDC niet voor hebben gekozen, hoop ik toch.

De "lezers" of althans een voorhoede ervan zijn geraakt in het diepst van hun trouwe ziel door ontslagen als die van columnist-schrijver Bernard Dewulf en fotogaaf Filip Claus. Twee mensen die zichtbaar de ziel van die krant waren. Twee mensen die ook ik zeer zal missen in De Morgen. Dewulf was in z'n eentje een reden om die krant te kopen. Hugo Camps, die al lang gepensioneerd zou moeten zijn, is nu iedere dag te lezen. Soms geniaal, soms gebral, maar hij komt niet aan de knieën van Dewulf.

De afgelopen maanden moeten moordend geweest zijn op de redactie.
De blogs van die twee jonge journalisten die ik gisteren las, vertellen veel over het leed dat zo'n "reorganisatie" meebrengt. En over de verdeeldheid die zo'n dreigende, en later daadwerkelijke, ontslagen veroorzaken in een groep mensen die al jaren veel te hard werken en over en weer geslingerd worden door de beleidsbeslissingen van elkaar opvolgende "hoofdkazen" zoals ze spottend worden genoemd in die blogs.
Ik kan me ook wel iets voorstellen bij de verwarring en de vrees die leeft bij degenen die nu nog harder zullen moeten werken om de krant leesbaar en interessant te houden. De journalisten die wél moesten gaan zijn immers ook hun collega's, hun vrienden zelfs. Hoewel de zelfbehoud-reflex natuurlijk niet te onderschatten valt.
Een journalist is ook maar een mens : heeft een huis af te betalen, kinderen te voeden en op te voeden, een of meerdere ex-en te onderhouden, of hij of zij heeft angst voor het dreigende gat van het te vroeg pensioen. Daarbovenop komt het schuldgevoel dat jij blijft en de anderen moeten gaan. Extra nog in deze moeilijke tijden waarin een nieuwe job vinden bijzonder moeilijk wordt.

En bovenop al die verwarring en vrees worden persimperiums steeds groter. Het beproefde systeem, meer doen met minder mensen, wordt geëxporteerd. Daar zijn Vlaamse persbedrijven ondertussen zeer goed in geworden. De Persgroep heeft immers absoluut niet het monopolie terzake. En alles is al een keer, veel eerder, voorgedaan door Rupert Murdoch.
Er dreigen nog ontslagen bij De Standaard en Het Nieuwsblad en bij andere uitgevers als Roularta, vallen de ontslagen druppelsgewijs, maar wie er de som van maakt ziet de realiteit dagen. Ontslagen per SMS, dreigtelefoontjes van hogerhand tegen wie zich syndicaal durft te roeren, bureau opruimen onder security-begeleiding, dat zijn de praktijken die tegenwoordig voorkomen in de Vlaamse pers.

De lezers die protesteren of hun abonnement opzeggen zijn maar een dunne bovenlaag. Het is bewezen dat de best verkopende kranten niet degene zijn met de meest interessante en meest gediversifieerde inhoud. Steeds minder inhoud op steeds minder papier, dat is de regel, ook voor zogenaamde "kwaliteitskranten". Journalisten met precaire freelance statuten en verdoken zelfstandigen houden al jaren redacties draaiende. Hoofdredacteurs kiezen zelden de kant van hun medewerkers als het over tarieven en copyrightvergoedingen (bijvoorbeeld op websites) gaat. Wie het wel probeert te doen, wordt in de hoek gezet of afgestraft. De autonomie van de hoofdredacteur en van de redactie zijn ondertussen werkelijk loze en van inhoud beroofde begrippen geworden.


Vrienden en kennissen spreken me wel eens aan over het feit dat zoon of dochter journalist wil worden. Jonge mensen dromen nog van dit beroep dat er ooit een was van grote creativiteit en grote vrijheid, een boeiend en interessant vak. Een vak dat een mens vormde.
Nu ligt de nadruk steeds meer op productiviteit en rendement. Talent en brille lijken minder belangrijk dan die twee factoren. Als hoofdredacteur kon je vroeger je parels koesteren, laten groeien, opblinken. Nu moet je ze vaak noodgedwongen uitwringen of weggooien, omdat boven je hoofd beslissingen worden genomen die minder met inhoud en met de lezer dan wel met bedrijfsresultaten en aandeelhouders hebben te maken.

maandag 4 mei 2009

Karst en de koningin

"In naam der koningin" was hij uit zijn woning gezet, hij was zijn baan kwijt. Misschien was die oude Swift, het "boodschappenautootje" zoals commentatoren het meewarig noemen, wel het enige wat hem bleef.
Bovenal was er allicht zijn wanhoop. Zo'n stralende lentedag, waarop iedereen met oma, opa en de kinderen feestelijk de straat op gaat, maakt wanhoop nog groter, nog zwarter. Het contrast is soms te groot.
Sommigen noemen Karst Tates "een gek". Joost Zwagerman stelde kort na de feiten bedremmeld vast dat de "vijand" in dat sterk veranderde Nederland voor het eerst "een van ons" was. Een onopvallende keurige man. Een nette mens.

Spreken over "de vijand" veronderstelt dat we hier te maken hebben met een terroristische daad, een politieke actie dus. Klopt dat wel? Inderdaad Tates zou gepreveld hebben dat hij de koninklijke familie wou treffen. Misschien wel omdat hun stralende weelde en hun familiegeluk in schril contrast stond tot zijn eenzaamheid, zijn uitgeslotenheid. De koninklijke familie als symbool voor de schijnwereld, die ons wil doen geloven dat alles kan, dat alles mogelijk is.
Marc Elchardus wijst er vandaag in De Morgen op dat steeds minder in onze maatschappij ideologieën drijfveer zijn voor dit soort aanslagen. "We zijn veel meer gericht op het persoonlijke, het individuele. Dus worden die moordpartijen ook verantwoord door persoonlijk problemen of frustraties," zegt Elchardus.
Het treft mij dat de wanhoopsdaad van Karst Tates over het algemeen wordt gecatalogeerd als een soort ultieme belediging van het systeem.
Maar is dat systeem op dit eigenste moment wel zo achtenswaardig?

Misschien wel nog steeds voor een grote meerderheid onder ons. Maar elke week, elke dag zelfs,komen er over de hele wereld mensen door de crisis in een situatie terecht waarbij ze alle zekerheden verliezen, waarbij alles in hun leven onderuit wordt gehaald.
Zij zijn degenen die zich gekwetst terugtrekken in hun eigen wereld, terwijl het grootste deel van de maatschappij vrolijk doordanst bovenop de bom die ons allemaal bedreigt, de totale ineenstorting van de wereldeconomie.
Mensen als Karst Tates, die niet of nooit in staat zijn geweest een kleine buffer aan te leggen tegen persoonlijke crisissen tengevolge van een algeheel debacle, dreigen ten onder te gaan, of gaan heel uitzonderlijk ten onder met veel vuur, lawaai en leed. Omdat het de enige manier is waarop ze denken de aandacht op hun radeloosheid te kunnen vestigen.
Er zijn voor zo'n Karst Tates ondertussen in Europa alleen al een paar miljoen anderen die stilletjes wegkwijnen.Ze kunnen zelfs geen klein beetje meer meedoen in een wereld waarin van alles moet.
En maak u geen illusies, wij zijn totaal niet "sam", zoals het een paar jaar geleden nog modieus klonk in het marketingjargon van de openbare zender, niet toevallig bedacht door een mevrouw die dacht dat politiek in essentie marketing was. Al staat ze niet alleen met die misvatting.
Wij zijn meer dan ooit van de leer van "ieder voor zich". Ook politiekers lijken meer voor zichzelf te draaien, voor hun imago, hun functie. Of met welk groots ideologisch project zou het heen-en-weer geloop tussen LDD en Open-VLD en terug bijvoorbeeld verklaard kunnen worden? Op een paar uitzonderingen na is het een intrieste en autistische bedoening.

Een stralende zomerdag in Apeldoorn. Een koninklijke familie die tot de meest "gewone" van Europa hoort. Een man die sterft aan zijn wanhoop en die veel mensen meesleurt in zijn gitzwarte ellende. Het sprookje is verstoord, maar dat gebeurde al veel eerder dan op 30 april in Apeldoorn.

Laten we nu eens met z'n allen eens focussen op de echte gevolgen van de crisis en niet langer op de dreiging van die andere "vijand" die Joost Zwagerman, Benno Barnard, Wim Van Rooy en consoorten sinds maanden met man en macht bestrijden.
Ik hoor alsmaar dat de crisis een kans inhoudt om deze egocentrische samenleving die alleen rond geld en inhaligheid draaide, om te gooien.

Waarom hoor ik in dit land de linksen in deze verkiezingstijd hierover zo weinig praten? Zie de feiten toch onder ogen en ga vierkant aan de kant staan waar de klappen vallen. Hou op met schipperen! Doe de ogen open voor de "verworpenen der aarde" uit die Internationale die u met lauwe stem zingt. Er zijn in deze tijd weer meer verworpenen dan ooit, bij bosjes worden ze weggegooid. Ik moet lachen als u het heeft over een "eerlijke" maatschappij. Wat een hol woord is dat in de gegeven omstandigheden, en wie van die weggeworpenen gelooft nog dat dit een maatschappij is waarin "zekerheid" kan worden beloofd, laat staan gegeven?
Drijf uw kiezers niet langer in de armen van rattenvangers.

maandag 20 april 2009

Wat denkt het volk over Dedecker?

Toch nog even gekeken op andere nieuwssites over de onfrisse snuisterpraktijken van
Dedecker.

Op de Knacksite vindt 58 procent dat ze niet kunnen, maar 42 procent heeft geen bezwaar.
Bij De Morgen vindt 72 procent dat Dedecker fout bezig is en 29 procent vindt dat het kan.
Bij HLN.be was de vraag iets genuanceerder : 29 % van de zeer talrijke stemmers is het eens met Dedeckers handelswijze, 41 % vindt het gestapopraktijken die niet kunnen, en 25 % vindt zo'n praktijken alleen geoorloofd als het gerecht niets onderneemt.

Zo'n polls moet je nemen voor wat ze zijn: momentopnames, impulsieve reacties. Maar toch Vlaanderen blijkt toch niet zo vies te zijn van egogerichte brulkikkers als Jean-Marie Dedecker.
Inhoud is niet meer nodig : rellen voeden de sensatiezieke burgers. Relpolitiek en reljournalistiek zetten de toon in Vlaanderen.

Dit land is een echte bananenrepubliek in wording. De grootste schreeuwers worden gehoord, genuanceerde stemmen worden weggehoond.
Al moet gezegd dat het weerwerk tegen de brulkikkers zwak is, zeer zwak, zowel van de rechter- als van de linkerzijde.